De vergoeding voor openbaar leenrecht vindt zijn wettelijke grondslag in de artikelen XI.243-245 van het Wetboek van Economisch Recht. De vergoeding wordt nader geregeld in een KB van 13 december 2012.
Openbare bibliotheken zijn jaarlijks een dubbele vergoeding aan Reprobel verschuldigd: een evenredige vergoeding per uitlening, en een forfaitaire vergoeding in functie van het aantal werken in de collectie van de bibliotheek. Sinds referentiejaar 2017 bedragen deze vergoedingen:
- Vergoeding per uitlening: € 0,0294 (op basis van het aantal uitleningen tijdens het referentiejaar, met de hieronder vermelde correctie in min)
- Collectievergoeding (op basis van het totale aantal werken in de collectie van de bibliotheek, ongeacht hun auteursrechtelijke status, bij het begin van het referentiejaar, met de hieronder vermelde correcties in min):
1 – 12.500 werken |
€ 524 |
12.501 – 25.000 werken |
€ 1.310 |
25.001 – 50.000 werken |
€ 2.620 |
50.001 – 100.000 werken |
€ 3.843 |
100.001 – 200.000 werken |
€ 5.240 |
200.001+ werken |
€ 6.288 |
Het aantal uitleningen wordt forfaitair met 5% verminderd om rekening te houden met de uitlening van werken in het ‘openbare domein’, die dus niet of niet langer auteursrechtelijk beschermd zijn. De verlenging van een uitlening geldt echter niet als een nieuwe uitlening op grond van het KB 2012.
Het aantal werken in de collectie wordt verminderd met, enerzijds, de werken in de ‘stock’ van de openbare bibliotheek die niet voor uitlening beschikbaar zijn en, anderzijds, de werken die tot het ‘openbare domein’ behoren en dus niet of niet langer auteursrechtelijk beschermd zijn. De correctie in min voor publieke domeinwerken is 5%. Dat is ook het geval voor werken in stock als er geen geautomatiseerd en gecentraliseerd gegevensregistratiesysteem is dat toelaat om het aantal niet voor uitlening ter beschikking gestelde werken nauwkeuriger in kaart te brengen.
Als publieke overheden (bv. de Vlaamse Gemeenschap voor alle openbare bibliotheken onder haar bevoegdheid) de beide componenten van de leenrechtvergoeding centraal aangeven en betalen aan Reprobel, dan geldt een bijkomende korting van 5% op de totaal verschuldigde leenrechtvergoeding. Er zijn ook kleinere kortingen (van telkens 2,5%) als een publieke overheid of een vereniging van openbare bibliotheken maar één van de beide componenten van de vergoeding centraal aangeeft en betaalt aan Reprobel.
Voor Ostbelgien (Duitstalige Gemeenschap) is de jaarlijkse leenrechtvergoeding forfaitair vastgesteld op € 13.000, en dat voor alle openbare bibliotheken die onder haar bevoegdheid vallen.
Op de leenrechtvergoeding is 6% BTW verschuldigd (verlaagd BTW tarief voor auteursrechten).
De openbare bibliotheken kunnen de leenrechtvergoeding naar eigen keuze al dan niet doorrekenen aan de bibliotheekgebruikers.
Officieel erkende / opgerichte onderwijsinstellingen, wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, zorginstellingen en instellingen ten behoeve van blinden, slechtzienden, doven en slechthorenden zijn vrijgesteld van de betaling van de leenrechtvergoeding.