Skip to main content

15 mythes over Reprobel weerlegd

MYTHE 1 - De communicatie van Reprobel is ‘misleidend’

Alle algemene communicatie van Reprobel aan ondernemingen (in de ruime zin van het woord, en dus ook bv. zelfstandigen, vrije beroepen of vzw’s) en overheidsinstellingen in het kader van de jaarlijkse aangiftecampagnes voor de private en de publieke sector wordt op voorhand voorgelegd aan haar wettelijke toezichthouder, de Controledienst van de beheersvennootschappen bij de FOD Economie. Dat zou op zich al een voldoende garantie moeten zijn dat ze niet misleidend is. Neem bv. een klassieker in het genre, namelijk dat Reprobel de ‘nulaangifte’ voor reprografie (fotokopieën onder de wettelijke uitzonderingsregeling) zou ‘verstoppen’ in haar communicatie. Deze mythe is hardnekkig maar ze klopt niet: op ons aangifteportaal leggen we, bij de optie reprografieaangifte, netjes uit hoe je dat moet doen. Het woord nulaangifte zegt het trouwens zelf al: je zet gewoon je bruto-volume fotokopieën of het percentage beschermd werk op nul als je geen fotokopieën van auteursrechtelijk beschermde teksten of beelden hebt gemaakt tijdens het betreffende referentiejaar. Maar opgelet: lees zeker MYTHE 10 eens, want met een dergelijke nulaangifte voor fotokopieën krijg je geen enkele digitale licentiedekking via Reprobel. Vandaag moet je vooral het digitale hergebruik van auteursrechtelijk beschermde teksten en beelden sluitend regelen (zie ook MYTHE 5).

MYTHE 2 - De communicatie van Reprobel is ‘agressief’

Opnieuw: alle algemene communicatie van Reprobel aan ondernemingen en overheidsinstellingen wordt op voorhand voorgelegd aan haar wettelijke toezichthouder (zie MYTHE 1). Onze communicatie is bovendien nooit bewust ‘agressief’. Mocht ze bij sommigen toch zo overkomen, dan komt dat omdat het auteursrecht een intellectueel eigendomsrecht is zoals bv. het merkenrecht of het octrooirecht. Als er geen wettelijke uitzondering op het auteursrecht van toepassing is, dan mag je auteursrechtelijk relevante handelingen (reproductie, mededeling aan het publiek, on-demand beschikbaarstelling, adaptatie, …) niet stellen zonder de voorafgaande en specifieke toelating van de rechtenhouder. Het auteursrecht is voor de gebruikers dus een preventief verbodsrecht. Dat zeggen wij niet, dat zegt de Belgische Auteurswet. Reprobel kan dan ook niet vrijblijvend communiceren over het auteursrecht, want bij dit recht horen duidelijke wettelijke verplichtingen voor gebruikers die effectief auteursrechtelijk relevante handelingen stellen. En dat kunnen er meer zijn dan je denkt, zeker in de digitale wereld (MYTHES 5 en 10).

MYTHE 3 - De communicatie van Reprobel is te ambtelijk

Auteursrecht is recht. En recht is zelden makkelijk, zeker voor niet-juristen. Om het juridische kader van het auteursrecht – en de wettelijke verplichtingen voor gebruikers die daarbij horen – correct te schetsen, moet Reprobel af en toe dan ook verwijzen naar wettelijke bepalingen. Dat kan ambtelijk overkomen, maar het kan soms helaas niet anders. We proberen ambtelijk taalgebruik zoveel mogelijk te vermijden, maar de wet blijft de wet.  We blijven wel inzetten op heldere en transparante communicatie via onze sociale media, via Johnny, onze bizili mascotte, en via standaardwerken over het auteursrecht.

MYTHE 4 - Reprobel veroorzaakt administratieve overlast

Nog zo’n klassieker. We lezen op sociale media vaak commentaren dat het toch godgeklaagd zou zijn dat je elk jaar aangifte bij Reprobel moet doen, zelfs als je een nulaangifte in de uitzonderingsregeling voor reprografie (fotokopieën) wil doen. En toch heeft dat drie goede redenen. Ten eerste: het is gewoon de wet, want deze jaarlijkse aangifte is voor reprografie geregeld in het Wetboek van economisch recht (WER ~ art. XI.235-239 en XI.318/1-6) en in twee koninklijke besluiten van 5 maart 2017. Ten tweede: Reprobel kan onmogelijk zelf het jaarlijkse papieren reproductievolume van meer dan 200.000 Belgische ondernemingen en overheidsinstellingen in kaart brengen, omdat ze daar gewoon geen zicht op heeft. Ten derde: reproductiegedrag kan van jaar tot jaar variëren. Het is niet omdat je in referentiejaar X geen, weinig of net veel relevante reproductiehandelingen hebt gesteld, dat dit het volgende jaar ook zo is. En geef toe: een portaalaangifte bij Reprobel kost je jaarlijks nauwelijks een kwartiertje van je tijd. Een kleine moeite om wettelijk in orde te zijn.

MYTHE 5 - Reprobel is een relict uit een papieren verleden

Ook deze mythe is pertinent onwaar. Liefst twee derde van het zakencijfer van Reprobel (bijna dertig miljoen euro) komt uit bizili by Reprobel en dat is een (hoofdzakelijk) digitale licentie voor de private en de publieke sector. Reprobel is dus mee met de tijd en met de nieuwste technologische ontwikkelingen, want bizili heeft net tot doel om de meest courante vormen van digitaal hergebruik van auteursrechtelijk beschermde teksten en beelden te regelen en om thuiswerk maximaal te faciliteren. Voor Belgische en voor een wereldwijde selectie buitenlandse bronwerken. Via een gebruiksvriendelijke en centrale licentie met een erg ruime licentiedekking. Meer dan 90.000 Belgische ondernemingen en overheidsinstellingen genieten al van de bizili licentiedekking, en we hebben ook meer dan 65 sectorakkoorden over bizili afgesloten. Met aantrekkelijke licentietarieven, afgestemd op jouw sector en personeelsbestand. Bizili by Reprobel voldoet dus duidelijk aan een reële marktbehoefte. Want het auteursrecht en de digitale wereld, dat is geen evident huwelijk (MYTHE 10).

MYTHE 6 - Reprobel is een verdoken belasting of taks

Reprobel is, als vergunde beheersvennootschap van auteursrechten, een privaatrechtelijke coöperatieve vennootschap van de Belgische auteurs en uitgevers, en dus niet de Belgische staat. Reprobel verdeelt alle geïnde licentievergoedingen – na aftrek van haar beperkte beheerskosten en wettelijk verplicht aan te leggen reserves en provisies – integraal onder de rechtenhouders via haar vijftien leden-beheersvennootschappen en, in sommige gevallen, via mandaatovereenkomsten met Belgische of buitenlandse partnervennootschappen. Wat je betaalt aan Reprobel is dus geen belasting of taks, maar een redelijke vergoeding voor de rechtenhouders voor het hergebruik op grote schaal van hun auteursrechtelijk beschermde werken of publicaties. Want iedereen wil loon naar werken, net als jij.

MYTHE 7 - Het geld blijft kleven bij Reprobel

Ook deze mythe is pertinent onjuist. De beheerskosten van Reprobel bedragen maar iets meer dan de helft van het wettelijke plafond van 15% van haar inningen. Meer informatie hierover lees je in het jaarverslag van Reprobel. Zo zorgen we ervoor dat de geïnde licentievergoedingen maximaal naar de rechtenhouders gaan. 90% van deze vergoedingen wordt trouwens uitgekeerd aan Belgische auteurs en uitgevers en is dan ook een belangrijke injectie in de Belgische creatieve sector (zie MYTHE 15).

MYTHE 8 - Reprobel is niet transparant

Beheersvennootschappen zoals Reprobel werken in een erg strikt regelgevend kader (Europese Richtlijn 2014/26 en artikelen XI.246 – XI.288 WER), onder controle van de Controledienst van de beheersvennootschappen bij de FOD Economie en met vergaande transparantieverplichtingen. Dat is ook logisch, want we beheren grote bedragen voor rekening van onze rechtenhouders. Die rechtenhouders zijn (via hun 15 beheersvennootschappen) eigenaar van Reprobel en daarnaast worden we ook nog eens gecontroleerd door een externe commissaris-revisor. Alle organieke documenten (statuten, …), licentietarieven en innings-, tariferings- en verdelingsregels van Reprobel worden op voorhand gereviseerd door de Controledienst. Deze instantie houdt ook toezicht op bv. de doorlooptijd en de omvang onze verdelingen, en op onze beheerskosten. Alle informatie over de werking, inningen en verdelingen van Reprobel vind je in ons jaarverslag. In alle transparantie.

MYTHE 9 - Reprobel maakt zichzelf onbereikbaar

We lezen af en toe klachten dat we niet langer telefonisch bereikbaar zijn via onze klantendienst. Dat klopt – we werken alleen nog met een online contactformulier (of met rechtstreekse mailcontacten voor grotere ondernemingen of instellingen die een bizili groepsovereenkomst met ons hebben afgesloten). Ook dat heeft een goede reden. We bedienen met een klein team meer dan 200.000 (!) ondernemingen en overheidsinstellingen op het Belgische grondgebied. Die allemaal mondeling te woord staan, is onbegonnen werk. Maar we proberen jouw vraag of klacht wel zo snel mogelijk te beantwoorden. Mocht je nog geen antwoord van ons hebben ontvangen, dan mag je eventuele herinneringen gewoon negeren. Dat antwoord komt er zeker, beloofd.

MYTHE 10 - Met een nulaangifte ben ik ervan af

Veel kleinere ondernemingen denken dat ze er met een ‘nulaangifte’ in het kader van de wettelijke uitzonderingsregeling voor reprografie (fotokopieën) vanaf zijn. Een dergelijke nulaangifte biedt echter geen enkele digitale licentiedekking via Reprobel. We kunnen ons nog voorstellen dat sommige ondernemingen van dat type effectief geen fotokopieën van beschermd werk hebben gemaakt in een welbepaald referentiejaar. Prints van beschermde teksten en beelden op het internet en vooral digitale reproductie (digitaal kopiëren, knippen en plakken, digitale overname, digitale archivering, verwerking in PowerPoint presentaties, …) en interne en externe digitale verspreiding daarvan, zijn echter juridisch een ander paar mouwen. Er bestaat immers geen algemene wettelijke citaatuitzondering voor ondernemingen en (de meeste) overheidsinstellingen. Voor dat soort handelingen ten overstaan van auteursrechtelijk beschermde teksten en beelden heb je wettelijk de voorafgaande en specifieke toestemming van de rechtenhouders nodig (art. XI.165, § 1, 1° en 4° WER), en dus een sluitende licentie die ook nog een restrictief (strikt) wordt geïnterpreteerd. Op het internet individueel dit soort licenties proberen te regelen voor jezelf en al je werknemers, kan echter een echt titanenwerk zijn. Precies daarom en daarvoor hebben we bizili by Reprobel ontwikkeld. Het verschil tussen bizili (digitaal + papier) en een veel beperktere reprografieaangifte (alleen fotokopieën) vind je hier helder uitgelegd.

MYTHE 11 - Het staat toch vrij op het internet, ik moet Reprobel dus niet betalen

Misschien wel de meest hardnekkigste mythe van allemaal: het staat toch gratis en vrij op het internet, waarom zou ik Reprobel dan moeten betalen? Maar zo werkt het auteursrecht niet. Veel auteursrechtelijk beschermde teksten en beelden die vrij op het internet staan, worden immers gefinancierd met advertenties. Als jij het werk vervolgens digitaal kopieert of deelt, dan loopt de rechtenhouder inkomsten mis. Bovendien betekent ‘vrij’ op het internet alleen dat de toegang tot het werk vrij is, maar niet het auteursrechtelijke hergebruik daarvan – daarvoor gelden andere en dwingende regels. Vergelijk het met een wagen die met open portieren en lopende motor voor je deur wordt geparkeerd. Het is niet omdat die daar ongecontroleerd staat, dat jij er daarom een ritje zou mogen mee maken, zelfs niet als je hem nadien netjes terugzet. Hou er ook rekening mee dat wat je onrechtmatig digitaal verspreidt, met enkele muisklikken de hele wereld kan rondgaan. De schade voor de rechtenhouder kan dus aanzienlijk zijn, zelfs al heb je geen kwaadwillige of commerciële bedoelingen. Maar onthoud vooral: zonder sluitende licentie mag je geen digitale auteursrechtelijke handelingen stellen, zelfs niet voor ‘vrij’ beschikbare bronwerken (tenzij de online licentievoorwaarden je dat uitdrukkelijk en specifiek zouden toestaan).

MYTHE 12 - Gooi maar in de vuilnisbak, Reprobel kan mijn aangifte toch niet controleren

Ook dit is een hardnekkig misverstand. Reprobel heeft als vergunde beheersvennootschap van auteursrechten immers een aantal wettelijke controlemiddelen. Voor reprografie (fotokopieën) kan ze bv. informatie opvragen bij je leasemaatschappij of leverancier van reproductieapparaten. Voor digitaal hergebruik van de auteursrechtelijk beschermde teksten en beelden in haar omvangrijke nationale en internationale repertoire kan ze je een gedetailleerde vragenlijst zenden, waarop je correct moet antwoorden. Bovendien heeft Reprobel beëdigde agenten die ter plaatse in je organisatie vaststellingen tot bewijs van het tegendeel kunnen doen, en proces-verbaal kunnen opstellen. Op laattijdige of duidelijk foutieve aangiftes (reprografie) of op auteursrechtelijke inbreuken (digitaal) staan sancties die een veelvoud van de normale licentievergoeding kunnen bedragen. Bovendien kan de benadeelde individuele rechtenhouder je ook rechtstreeks aanspreken bij vastgestelde of vermoede auteursrechtelijke inbreuk. De communicatie van Reprobel is dus zeker niet vrijblijvend, want het auteursrecht is een preventief verbodsrecht voor de gebruiker (MYTHE 2).

MYTHE 13 - Reprobel is er alleen voor Belgische teksten en beelden

Ook dit is een mythe. In het kader van de wettelijke uitzonderingsregeling voor reprografie (fotokopieën) vertegenwoordigt Reprobel als uniek inningsloket, aangesteld bij KB, sowieso alle begunstigde rechtenhouders, dus ook de buitenlandse. In het kader van haar digitale licentie bizili by Reprobel heeft Reprobel meer dan 40 internationale representatie-overeenkomsten afgesloten met buitenlandse partnerorganisaties, zodat we een wereldwijd repertoire kunnen aanbieden voor gebruikshandelingen die op het Belgische grondgebied onder de ruime bizili licentiedekking vallen.

MYTHE 14 - Met bizili regel ik alle mogelijke auteursrechten in één keer

De (digitale en papieren) licentiedekking van bizili by Reprobel is bijzonder ruim, en zelfs één van de ruimste in de EU. Daar zijn we trots op. Niettemin dekt bizili een aantal gebruikshandelingen niet. Dat is bv. het geval voor die handelingen waarvoor de rechtenhouders zelf of via hun beheersvennootschap een eigen licentie aanbieden, zoals bij (foto)databanken, e-boeken of de collectieve licenties van Semu voor bladmuziek of van License2publish (NL) en Copiepresse (FR) voor structureel hergebruik van persuitgaven. Bovendien regel je via bizili by Reprobel alleen het auteursrechtelijke hergebruik van teksten en beelden van alle soorten. Muziekrechten moet je echter apart regelen, wat in de meeste gevallen kan via het unieke portaal Unisono. Rechten op audiovisuele content regel je best rechtstreeks met de producent, al kan je ook zijn beheersvennootschap contacteren voor meer informatie. Bij gebruik van auteursrechtelijk beschermde content op online platformen of sociale media check je best ook grondig de gebruiksvoorwaarden van het platform; voor content van tv- of radio-omroepen neem je best contact op met de omroep.

MYTHE 15 - Mijn betaling aan Reprobel maakt toch geen verschil

Onze Belgische auteurs, en de uitgevers die in hen investeren, zorgen elke dag opnieuw voor fictie en non-fictie, jeugdboeken, strips, schoolhandboeken, wetenschappelijke publicaties, persartikels, foto’s, cartoons en illustraties van een bijzonder hoog niveau. Hun werken zijn een echte driver voor innovatie, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs, en een belangrijke dam tegen fake news. In een klein land met meerdere talen blijft onze creatieve en informatiesector echter een kwetsbaar ecosysteem, zeker in de digitale wereld van vandaag. Niet elke auteur is een bestseller, en veel auteurs kunnen zelfs amper leven van hun creaties. Bovendien zijn veel creatieve makers kleine zelfstandigen en veel uitgevers kmo’s. Jouw jaarlijkse bijdrage aan Reprobel maakt financieel dus écht mee het verschil, want vele kleintjes maken een groot. Sinds haar opstart heeft Reprobel al een half miljard euro (!) geïnjecteerd in de Belgische creatieve en informatiesector – meer dan 60.000 Belgische auteurs in alle genres en meer dan 400 Belgische uitgeverijen van groot tot klein. Jouw betaling aan Reprobel is bovendien, als licentievergoeding, fiscaal aftrekbaar als beroepskost.